Het hoogspanningsnet en de cabines zijn in de afgelopen 100 jaar niet veel veranderd, maar ze zijn nu veel uitgebreider en hebben meer ondergrondse kabels in plaats van luchtlijnen.
Een elektriciteitscabine is verbonden in een lus, waarbij de kabel vanuit een voedingspunt naar een cabine gaat, vanuit die cabine naar de volgende, enzovoort.
Vanuit de laatste cabine gaat de kabel terug naar een ander voedingspunt, waardoor de lus wordt gesloten en alle cabines van elektriciteit worden voorzien. Eén lus bestaat uit een 15-tal cabines.
Als er ergens een storing of kortsluiting optreedt met de kabel (door beschadiging tijdens wegenwerken), dan kan men terug elektriciteit geven vanuit het andere voedingspunt. Men koppelt het defecte stuk kabel vrij, tussen de twee cabines en schakelt beide voedingspunten in. Zo heeft iedereen, binnen een korte tijdspanne, terug elektriciteit.