Linda Claus (poëzie)

“Bed”

 

Laat het onopgemaakt,

met plooien die

aan een woestijn doen denken

na de wervelstorm,

alsof er altijd iemand aanwezig is...

 

Het hoofdkussen met een diepe deuk

onopgeschud,

als een put in een zandduin

om in te mijmeren op een zomeravond

uitnodigend

tot het slapengaan

 

gekreukte lakens, beslapen bed

waar je gewichtloos soms

je huid en botten achterlaat

in een cocon kan muteren,

en zonder nadenken

wegvluchten in het niets...

 

Linda Claus


Stilte

De straat was onbewoond,

huizen stonden te wachten op mensen..

de zandkleurige daken

met mos begroeid,

en op de ramen

het ijzige wit van onverwarmde kamers.

De achterdeur op een kier,

een paar pantoffels

in alle haast achtergelaten.

Een handgeschreven recept

op het aanrecht

met op de rand een rode wijnvlek.

Een tafel met een lege stoel,

misschien was ze jong.. en mooi..

met golvend, gitzwart haar,

of bleek.. en grijs.. en klein,

vergeefs wachtend op bezoek

Eén van de talloze naamlozen..

op weg naar iets

omdat een vreemde wet

de haat deed oplaaien.

Bedrieglijk,… die eindeloze, vredige stilte

Linda Claus


Vrijheid

Van tralies naar slot,

van kast naar muur..

van stoer naar eenzaam,

én kleine streepjes zon

met nauwelijks licht..

Van woede naar angst

én spijt

met oeverloze schaamte,

Van grootse plannen

naar onophoudelijk dromen

én kil alleen ontwaken

met immer twijfel

én heimelijke hoop

én altijd weer

een sterk verlangen naar..

 

Linda Claus